Inkoop Jeugdzorg in Groningen
De laatste weken ben ik herhaaldelijk gebeld door kleine(ere) zorgaanbieders, die te maken hebben met de inkoop Jeugdzorg in Groningen.
In Groningen wordt voor alle gemeenten de hele jeugdzorg afgehandeld door één centrale instantie. In de zomer (voor velen tijdens de zomervakantie) heeft men in Groningen een Europese aanbesteding (sic!) voor de inkoop Jeugdzorg 2016 gestart. De groep, die door hun welverdiende vakantie deze aanbesteding hebben gemist, had hiermee al definitief afgehaakt. De periode, waarbinnen kon worden geoffreerd was namelijk zeer kort en de deadline onverbiddelijk.
Onlangs kregen de kleine aanbieders te horen, dat ze alleen maar een declaratie kunnen indienen, indien ze zich aansluiten bij een grote partij. Er ontstaat nu de situatie dat men gedwongen wordt om zich voor een deel van de cliënten (namelijk die uit Groningen) aan te sluiten bij een andere organisatie. Voor de cliënten buiten Groningen kan dit niet, want daar heeft men contracten lopen op naam van de eigen praktijk. Kortom ze moeten een dubbele administratie gaan voeren!
Deze praktijken zien zich voor de zoveelste keer in korte tijd voor een onmogelijke keuze geplaatst. Laten we niet onder stoelen of banken steken dat de gemeenten tot nu toe niet hebben laten blijken, dat ze alle facetten van de jeugdzorg al volledig onder de knie hebben. Administratief gezien is het een janboel en de wereld, waarin miljarden omgaan, wordt geregeerd door knullige spreadsheets, welke op een regenachtige zondagmiddag door iemand in elkaar is geknutseld en waar vervolgens elke zorgaanbieder maar chocola van moet maken.
In de zorg wordt de constructie van hoofdaannemer en onderaannemer ook wel de 'verlengde arm' constructie genoemd. Een werkwijze, welke sedert een aantal jaren sterk wordt ontmoedigd, omdat de verantwoordelijkheid hoogst onduidelijk is en gevoelig is voor fraude. Ook op het gebied van de privacy kun je bij een dergelijke constructie de nodige vraagtekens plaatsen.
Het is wel opmerkelijk te noemen dat men er in Den Haag van overtuigd is dat decentralisatie van de jeugdzorg grote voordelen biedt en dat Groningen blijkbaar van mening is dat centralisatie van de jeugdzorg bij de zorgaanbieder ook grote voordelen biedt.
Persoonlijk deel ik de mening van Groningen niet. Net zoals overal, heb je groot en klein naast elkaar nodig. Het voordeel van grote zorgaanbieders is dat ze zich specialismen en faciliteiten kunnen veroorloven, waartoe een kleine(re) aanbieder niet in staat is. De kleine(re) aanbieder daarentegen kan snel, thuisnabij en tegen een concurrerende prijs uitstekende zorg bieden. Ze kunnen flexibel inspelen op een veranderende vraag en daarmee een boost geven aan de gewenste transformatie.
Misschien dat het tijd wordt dat men bij de inkoop jeugdzorg in Groningen een beetje gas terugneemt om al te grote en op termijn ongewenste aardverschuivingen in het zorglandschap te voorkomen.